Mijn favoriet stukje Franse Alpen : geen twijfel mogelijk : de Maurienne.
Alhoewel, het had ook de Ecrins kunnen zijn.
OK, de bergen zijn niet zo hoog als in het Mont Blanc massief. Maar het regent er veel minder, de natuur is er rijker, de bergen zijn er nog niet volledig bekabeld en bepretparkt. Je ontmoet er mensen die echt in de bergen wonen en werken en geen full-time entertainer van toeristen zijn. Je kan er urenlang ronddwalen zonder iemand tegen te komen. De grens met Italië zorgt voor heerlijke gerechten in iedere berghut en voor een hele reeks forten en bunkers die wachten om verkend te worden.
Ik kies deze zomer voor een wandelweek in een blinde vlek. De hele Vanoise en hele stukken Maurienne heb ik al verkend met dag- of trektochten. Het massif d'Ambin bleef grotendeels decor in de verte. Het plan : drie dagen slapen in Italië, drie dagen slapen in Frankrijk, een keer of vier de grens over. Langs kleine smokkelpaden, langs passen die pas sinds kort, met het wegsmelten van de gletschers, vlot begaanbaar zijn en langs de pas die Hannibal met zijn Carthaags leger zou gebruikt hebben om Rome aan te vallen een eeuw of twee voor Caesar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten