maandag 31 juli 2017

Technische fiche

Dit is geen GR die in een boekje beschreven staat zoals de GR57 (Tour du Thabor) of GR55 (Tour de la Vanoise). De meeste stukken zijn op de wegwijzers wel aangeduid als "Tour des Refuges". Er is ook geen consequente markering van de paden op het terrein. Dit komt omdat de filosofie in Italië en Frankrijk helemaal anders is. In Italië wordt net als in Zwitserland een bergpad gemarkeerd met rood/wit. In Frankrijk is die kleur gereserveerd voor een officiële GR en worden lokale wandelingen met geel gemarkeerd. Tenslotte zijn er nog markeringen van de gemeente of vrijwilligers die markeren met de kleur van de spuitbus die toevallig beschikbaar is.

Dag 1 - Refuge de Petit Mont Cenis - Refuge Lo Tsamou : 3,5 à 5 uur afh. van routekeuze
Grote en veilige parking vlak bij de Refuge de Petit Mont Cenis. Voor het eerste stuk tot Refuge du Suffet (die een alternatieve startplaats is) :
- de klassieke route over La Crosta (de GR) : saai, maar snelst
- alternatief richting Lac de Savine tot vlak voor punt 2252, daar wegwijzer naar La Chèvre / Plan de Vie nemen. Jawel, hier loopt een pad. Zorgvuldig alle kronkels volgen - gele markering. In Plan de Vie even de asfaltpiste volgen en dan links de "Chemin de Canal nemen". 
Vanuit Le Suffet via de asfalt, of mooier via de "Chemin de Canal" naar Le Planay. Daar (gele markering) naar Montbas.
Naar believen aan te vullen met een lus langs de Lacs Perrin, een lus langs de Kapel van St-Pierre d'Extravache boven de fameuze gips-cayon enzovoort.
De Refuge Lo Tsamou is een nieuwe en superdeluxe hut. Zeer ruim, lekker eten, goede service. Verse kaas te koop op de Alpage er naast.

Dag 2 - Refuge Lo Tjamou - Col d'Etache- Refuge Scarfiotti - 6,5 h
Pittige klim tot op het colletje dat uitgeeft op Lac du Liael. Daarna één aaneenschakeling van plateautjes met meertjes en colletjes tot op de Col d'Etache. Je klimt ongeveer 250 m méér dan de 739 m tussen de hut en de Col. Markering geel, tot je op de GR komt in de finale klim naar de Col d'Etache, dan geel+rood. Aan de Italiaanse kant rood/wit.
In de afdaling kan je op ca. 2400 m opteren om links de "Sentiero Geologico" te nemen. Reken hiervoor 150 m extra stijgen en 1,5 h extra. Zeer mooi als de tijd en de conditie het toelaten.
De Refuge Scarfiotti wordt in het weekend zeer druk bezocht door dagjes- en weekendmensen uit Turijn en omgeving. 

Dag 3 Refuge Scarfiotti - Col Sommeiller - Refuge d'Ambin - 6,5 h
De gemakkelijkste route is gewoon de 4x4 piste volgen tot de Col. Ben je een freak van enduro en 4x4 machines, dan is de keuze snel gemaakt. Voor de anderen is het wat schipperen. Er zijn her en der wandelpaden die de lussen afsteken of die links of rechts van de piste blijven. Geen enkele is bewegwijzerd of gemarkeerd, maar eigenlijk kan je op Pian di Morti en Pian di Frati overal wel je eigen route maken. De beste manier om geen motorlawaai te hebben in deze magnifieke vallei is gewoon vroeg vertrekken.
Vanaf de Col : de kam tussen het meertje (links) en de grijze heuvel met resten van het skistation (rechts, vlaggemasten, betonnen funderingen) op het laagste punt oversteken. Een aantal brede richels naar links (noord) en afdalend volgen, in de richting van een grote steenman + andere resten van een schuilplaats (muurtjes, houten palen, ...). Van daaruit padsporen in zigzag bergaf nemen tot op de vlakte die vroeger bedekt was door de gletscher. De beekjes bergaf volgen ; hierbij altijd de linkeroever aanhouden.
Bij punt 2709 (wegwijzer) kom je op het gemarkeerde pad naar de Refuge d'Ambin.
Optioneel kan je nog een omweg naar de Lac Noir maken. Er is een gemarkeerd pad dat niet op de kaart staat dat via de overloop van de Lac Noir terug aansluit op het gewone pad naar de Refuge d'Ambin. Reken 30 à 45 min extra. Een beschrijving voor dit extra rondje vond ik hier.

Dag 4 Refuge d'Ambin - Col d'Ambin - Refuge Levi Molinari - 5 h
Kortere etappe, maar technischer stukken in de klim na het Lac d'Ambin en in het eerste stuk van de afdaling na de Col d'Ambin.
Markering violet + steenmannetjes na het Lac, rood/wit in de afdaling.
Mogelijkheden om het wat langer te maken :
- na het steilste stuk van de afdaling naar links (wegwijzer) naar de Passo Clopaca en afdalen langs de militaire weg (ca. 1 h extra)
- vanuit de hut heen en terug naar de Monte Chabriere (3 h extra).
De Levi Molinari hut ligt in een idyllisch stuk bos en groen, met massa's blokken en kleine massiefjes voor de gedreven rotsklimmer. De hut wordt in het weekend zeer druk bezocht door dagjes- en weekendmensen uit Turijn en omgeving. 

Dag 5 Rifugio Levi Molinari - Quatro Denti - Rifugio Vaccarone 7 h
Vanuit de hut afdalen naar Grange de la Vallée (inderdaad - tot ca. 1930 was Frans hier de voertaal) en goed uitkijken voor de wegwijzers naar Rifugio Vaccarone via Tuile / Pertuso / Colombean Romoan. Zeker de tunnel die Colombean Romoan heeft uitgehakt ca. 1530 gaan bezoeken. Vanaf dat punt is de bewegwijzering consequent richting Rifugio Vaccarone en volgt het pad (behalve waar het is weggespoeld in een beekvallei) een oud militair muilezelpad dat heel gemakkelijk te vinden is.
Is dit te lang, dan is de saaiere maar directe route over de Passo Clopaca een logische keuze (150 à 200 m minder ; ca. 4,5 h).
Voor de liefhebbers : Lago dell'Agnello (ca. 20 min extra H/T) of Col d'Agnel (2 h extra H/T).
De Rifugio Vaccarone is klein - reserveren quasi noodzakelijk. 

Dag 6 Rifugio Vaccarone - Col Clapier - Lac Blanc - Refuge Petit Mont Cenis 7,5 h
Voor de afdaling : twee opties (die ook duidelijk aangeduid zijn op de bordjes)
- de directe route naar Col Clapier : technisch, stukken met touwen, niet voor mensen met hoogtevrees
- langs Refuge Gias : volgt oude militaire paden en is zeer gemakkelijk en is slechts 15 min langer in tijd.
Op de Col Clapier kan je in rechte lijn naar de Refuge de Petit Mont Cenis. De hele etappe is dan 3,5 à 4 h. Veel interessanter is om direct na het Lac de Savine rechts een pad naar Lac Giaset te nemen (niet op kaart ; geen wegwijzer ; maar je kan de gele markeringen niet missen). Van daaruit naar Lac Blanc. Daar even de jeepweg nemen tot je vlak voor de enige nog niet tot ruine herleide kazerne een pad vindt (geen markering, wel op kaart aangeduid) dat naar Plan de Madeleine leidt.
De dag eindigt met een 5-tal km op brede wegen. Die kan je mijden met hier vooraf een tweede auto te zetten, met heel misschien auto-stop (de meeste auto's gaan op dat uur bergaf) of met 1 km extra over het GR pad. Een heen en terugje naar de Pointe Droset / Fort Malamot is nog eens 1 h extra. 

Kaarten
IGN 3634OT Val-Cenis Charbonnel op 1/25000. Voor het Italiaanse stuk van de tocht is dat meteen ook de minst slechte kaart.
De beste Italiaanse kaart is gewoon een afdruk maken van openstreetmap. De kaarten in de winkel halen ongeveer hetzelfde niveau.

GSM
Bereik tussen Refuge du Suffet en Refuge Lo Tsamou, in de directe omgeving van Levi Molinari en het grootste deel van de route tussen Levi Molinari en Vaccarone. Anders niks, noppes, nada.

Transport
Met TGV heel vlot naar Modane.
Vanuit Modane naar startpunt met combinatie van bus en auto-stop.
Altibus tot Bramans of tot  Lanslebourg afhankelijk van het gekozen startpunt. Daarna gaat het heel vlot met autostop. In dit soort situaties wordt ik binnen de 10 min meegenomen.

Andere tochtverslagen en varianten


donderdag 27 juli 2017

Il y a le grand vent qui vente

De gardiens van de Rifugio Vaccarone begonnen het ook moe te worden: de vierde dag op rij harde wind uit het noorden. De enige hinder die ik er van had was het lawaai 's nachts.
Het begon pas vandaag door te dringen wat dat betekent : aan de Italiaanse kant van de Alpen valt het al bij al mee. Hoe meer naar het noorden, hoe meer alles stilvalt door slijklawines en verse sneeuw op 2500 m. Heerlijk als het zo goed uitdraait.
Bij de afdaling uit de hut stuit ik weer op een groepje steenbokken. Pubers deze keer.
Aan de andere kant van de vallei nam ik een route die de meertjes aaneenrijgt : Lac Savine, Lacs Giaset, Lac Blanc... Ik week nog even uit naar de top van de Malamot. Nét geen 3000. Er staat een oud Italiaans fort op. Wat een rommel produceert zo'n fort: tonnen en tonnen oud ijzer: blikjes, dakbekleding, kabels, prikkeldraad, oude stoven,.., Ik laat me niet doen. Hier en daar ruim ik wat op maar het is vooral genieten van de Grand Casse en Grand Parachée en andere toppen van de Vanoise die er prachtig wit bijliggen. De plaatselijke steenbok trekt het zich blijkbaar ook niet aan, die rommel (of toch?).
De lange afdaling kruipt in de knietjes. Ik neem een lange pauze... in het midden van tienduizenden edelweiss.
De laatste 4-5 km naar de parking bij Refuge du Petit Mont Cenis zijn vlak en deels op asfalt, met veel dagjesmensen. Tijd om beetje bij beetje af te kicken na een week diep intens genieten waarin weer en natuur zich van hun beste kant lieten zien.
Uitzicht van het terras van de hut om 6 uur 's morgens. Meer dan 2000 m lager zie je de lichtjes van Susa en Turijn.
In het midden de hut. Links de Pointe Niblé.
Vanop de Col Clapier : Lac de Savine, daarachter La Tura en de besneeuwde toppen van de Vanoise.
Achteruitkijken naar Col Clapier
Links La Tura, rechts de toppen boven de Lac du Mont Cenis ; Pte de Ronce, Pte de Lamet, Rochemelon.

Arcadia volgens de Italianen

Het is pas wanneer ik 's morgens nog eens het lorkenbos verken omheen de Rifugio Levi Molinari, dat ik het zie. Gras, hoge bomen die schaduw geven, een kabbelend beekje en ontmoetingen met vrienden. Dat biedt deze hut en tal van andere plekken waar de Italianen uit de streek in het weekeinde massaal naar toe trekken. Alleen maar om de hitte van Turijn te ontvluchten? Er is meer aan de hand. Deze plekken zijn gewoon de essentie van een veilige plek voor een herder of bij uitbreiding een berg-bewoner. Weg van de lawines, drinken voor de beesten, hout voor het vuur, vrienden om samen de boze wereld af te houden.
De eerste twee uur van de tocht bouwen verder op dit thema. Frisse lorkenbossen en een weg die langzaam omhoog slingert langs enkele oude gehuchtjes. Ze komt uit bij een merkwaardig bouwwerk van bijna 500 jaar oud. Één man heeft er 7 zomers lang een tunnel uirgehakt door de kalkrots om water om te leiden naar de akkertjes in Val Susa. Ze is nog in perfecte staat en wordt min of meer onveranderd gebruikt. Het is perfect weer dus is er tijd genoeg voor een ondergrondse verkenning, op sandaaltjes in het ijskoude water. Heerlijk.
Na het kruisen van die kalkgraat gaat het verder in een heel andere wereld. Een alpage, met links het uitzicht op de ruige pieken van Ambin en Maurienne (vandaag met een wit laagje ijzel op de toppen) en rechts de uitgestrekte Po-vlakte. Het pad loopt lekker: het is een muilezelpad dat het Italiaanse leger ooit aanlegde.
Ik kom vroeg toe in de Rifugio Vaccarone. Ik plak er nog een derde stuk aan, op de bodem van een grotendeels verdwenen gletsjer, naar de Col Agnel. Een heerlijke aaneenschakeling van vlakke keienvelden, gladgeslepen rotsen en sneeuwveldjes.
Vlak bij de hut wordt ik verrast door een kudde steenbokken. Ik liet ze even schrikken maar dan doen ze gewoon hun ding. Rustig wandelen naar een graasplekje, wat knabbelen, wat oefengevechtjes waarbij ze op de achterpoten staan en de hoorns tegen elkaar laten knallen...
Rifugio Levi-Molinari
Grange Clot di Brun. Op achtergrond de Chaberton.
De ster van de dag : de Rochemelon of Rocciamelone, de hoogste wandelberg van de Alpen.
Het landschap bij Quattro Denti
Uitzicht vanop Col Agnel. Op de eerste rij Pte d'Ambin en de tanden van de Pte de Chardonier, op de tweede en derde rij de Pte de Sommeiller (L) en de Aig. Scollette (R), in de verte Barre des Ecrins en Meije (centrum).

Föhn of zoiets

Refuge d'Ambin - Col d'Ambin - Rifugio Levi-Molinari.
Aan de Franse kant was het weer echt slecht. De wind zat in het noorden en dus was het koud, erg winderig en waren de bergen ingepakt in een pak wolken. 's Nachts was het het ergst, met een bulderende wind - precies of ze een autostrade langs de hut hadden omgelegd.
Maar voor de tocht viel het erg mee. Het Lac d'Ambin - voor mij één van de mooiste meertjes in de Alpen - bleef de héle tijd de show stelen.  Geen mist.
Op de Col was er wat verse sneeuw. Geen sneeuw op de afdaling? OK! De erg technische afdaling lag er helemaal droog bij.
Het bleef maar dreigen dus daalde ik snel af. Geen omwegen, geen extraatjes. Onderweg: een eenzame steenbok, een speels marmottenjong, een wezeltje die allemaal rustig hun ding deden zonder me op te merken.
De haast bleek overbodig. Het slechte weer zat vooral in Frankrijk, hier in de Levi-Molinari hut is het zonnig met af en toe een verdwaalde druppel.
De specialiteit van deze hut? Kettingzaagkunst. En uiteraard heerlijk Italiaans eten. En extreemklimmen op de vele huizenhoge granietblokken.
Lac d'Ambin
Op de brede richel naar de Col d'Ambin (met het bivakhutje) ligt een gemakkelijk sneeuwveld.
De afdaling. In de diepte, bij de boomgrens ligt de hut. In de vallei: Exiles.
In de "col" : de hut. Aan de overkant : Bosco de Salbertrand.

dinsdag 25 juli 2017

Bedankt weergoden

Rifugio Scarfiotti - Col Sommeiller - Refuge d'Ambin.
Het eerste deel van deze etappe was het zwakke punt in de planning van deze meerdaagse. Welke natuurliefhebber plant er nu een tocht langs de route die door alle 4x4 freaks en terrein-motards als hét Mekka, dé ultieme rit...  aanzien wordt? Het is immers de hoogste plek in de Alpen waar je met die tuigen kan/mag rijden. Gisteren zag ik ze aan en af rijden, honderden.
De weergoden losten het op. Mist, wat regen en smeltende sneeuw, rukwinden... Ik kon dus in alle rust naar de Col. Als je de jeeppiste negeert is het een prachtige vallei. En in de goede richting kijken, weg van het lelijke en naar het mooie, die kunst kon ik in ons eigenste West-Vlaanderen tot het uiterste trainen.
De afdaling is een van de minst gelopen paden van de streek. Ik vond het indrukwekkend, de kilometerslange hoogvlakte doorkruisen die 50 jaar geleden onder de Sommeiller-gletsjer lag. Daarna deed ik nog het omwegje naar het Lac Noir. Samen met de dreigende wolken voelde ik me terug in de bergen van Jotunheimen in Noorwegen. Wijds, leeg, fris, levend. De regen bleef achterwege.
En bij de afdaling ging plots het licht uit. Ik liet de smartphone vallen en sinds dan kunnen er geen foto's meer gemaakt worden. (Ergens in de hut raakte dat opgelost. Hoe??? De aanraking door iemand van minder dan 30 zeker?).
De Ambin-hut is knus, ouderwets en  gezellig maar belange niet zo comfortabel als de vorige drie hutten. Dat wordt meer dan goed gemaakt door het heerlijke eten en het gemak waarmee je interessante contacten kan leggen. 
Terugblik op Plan di Morti.
Op de Col : Lac Sommeiller.
De schamele resten van de Glacier Sommeiller. De gletschermeertjes zijn nog geen 25 jaar oud.

zondag 23 juli 2017

Balkon

'Refuge lo Tsjamou - Col d'Etache - Rifugio Scarfiotti.
Voor de niet-ingewijde : een balkon (of voluit "un sentier en balcon") is een pad dat hoog in de bergflank min of meer horizontaal loopt. Ik reeg er zo twee aan elkaar vandaag. Zo'n balkonpad geeft behoorlijk wat extra hoogtemeters maar die waren echt de moeite: ruig, eenzaam, onbeschrijfelijk mooi.
Tijdens de klim naar Lac du Liael was het voortdurend omkijken naar de vallei. Die had zich gevuld met een wolkenmeer waaruit de Dent Parachée fier opsteeg. Na dit fraaie meertje waarin enkele ijsbergjes dreven kwam de eerste verrassing. Een 10-tal gemzen die me wel aanstaarden maar niet wegliepen. Ik wandelde wat terug en sloop dan naar een heuveltopje waar ik ze in alle rust kon bekijken. Een voorrecht.
Een kwartier later de tweede verrassing: een troep van zo'n 25 gemzen.
Op de rest van het pad tot de col waren het "maar" marmotten, ongelooflijke erosievormen (ik passeerde een levensechte trollenmuil) en een landschap dat steeds wijzigde door schuivende mistflarden.
Bij de Col was het uit met dat plezier. Ik had de bergen niet meer voor mij alleen en de afdaling was precies niet meer dan een stoffig pad door een wei die de koetjes net hadden leeggevreten.
Gelukkig kon ik die andere balkonweg nemen: de "sentiero geologico", zo'n 300 m boven de drukte van de hut. Zalig zwerven tussen pieken van witte kwartsiet en verborgen meertjes en watervalletjes.
De hut is nu langzaam aan het leeglopen. Berghutten in Italië op zondag... te mijden, ik wist het.
Refuge Lo Tsamou.
Aan de overkant zit de hele Mont-Cenis is de wolken. De Signal de Mont Cenis en de Pte De Bellecombe komen er boven.
Brocken Effect
Dent Parachée
Lac du Liael (dat betekent letterlijk : melkmeertje).
Rifugio Scarfiotti

zaterdag 22 juli 2017

Alpages

Van Petit Mont Cenis naar Montbas.
Twee alpages waar in de zomer fraaie bruine koeien gras omzetten in superromige melk waar de lekkerste kaas van de Alpen mee gemaakt wordt : Beaufort. Met telkens een vrij recente berghut.
Tussen de twee in ligt de vallei van Bramans. We logeerden hier al eens eerder - de gardien van de Refuge de Suffet herkende me nog. Ik had een route uitgestippeld die voor 90% nieuw was voor mij. Onbekende paden die nog niet op de IGN stafkaarten staan. Ruig en irreëel op de door gletsjers gladgeslepen wand naar Plan de Vie, heerlijk koel langs een afgedankt irrigatiekanaal naar le Planay.
Het moment van de dag : bij Montbas uit het dennebos in de open Alpenwei komen met in één klap een machtig uitzicht over de Vanoise (Dent Parrachée, Labby, Rateau d'Aussois,...) en de Mont Froid met zijn spierwitte gipsrotsen.
In de hut een gezellige drukte van 6-7 families met kinderen. Ik krijg een kamer apart. Hoop ik.
Lac Perrin inf. : Dents d'Ambin
Lac Perrin Sup.
La Tuille (bij Le Planay)
Vanuit de hut : Dent Parachée, Dôme de Chasseforêt en Crête General Sarret.

Technische fiche

Dit is geen GR die in een boekje beschreven staat zoals de GR57 (Tour du Thabor) of GR55 (Tour de la Vanoise). De meeste stukken zijn op de ...